- Tips 'n Tricks -

Sneltoetsen voor het constrainen

 

van toepassing voor alle Autodesk Inventor versies
Auteur: Jürgen Galba
 

Shortcuts for Assembly ConstrainingHet verkort constrainen van componten in een samenstelling maakt de ALT-toets mogelijk. Klik op een edge (=ribbe) of vlak van het ene component, hou de ALT-toets ingedrukt en sleep het component naar zijn bestemming. Men zal merken dat door de grafische indicatie dat men de MATE functie gebruikt. Los de muisknop op een vlak of edge van het andere component om de constraint te plaatsen.

 

Met een andere toetsencombinatie zal men in staat zijn de resterende constraintfuncties te bereiken. Tijdens het verslepen kan men de ALT-toets loslaten, om bijvoorbeeld de spatiebalk aan te slaan. Met de spatiebalk kunt u immers wisselen tussen de functies MATE en FLUSH, en een getal voor de overige constrains.

In onderstaande tabel vind u een ovezicht van alle schortcusts, deze zijn eenvoudig te onthouden als de MATRIXS sneltoetsen.

 

 

 

 

METHODE GEBRUIK
1 of M

voor het MATE constraint, maar druk op de spatietoets voor FLUSH

2 of A

voor het ANGLE constraint, en spatiebalk om richting van de hoek om te wisselen

3 of T

voor een TANGENT constraint, en spatiebalk tangent binnen of buitenkant in te stellen

4 of I

voor een INSERT constraint, en spatiebalk om richting van invoegen te veranderen

5 of R

voor een MOTION – ROTATION constraint, en spatietoets om de richting te wisselen

6 of S

voor een MOTION – ROTATION TRANSLATION (slide) constraint, spatiebalk voor de richting om te draaien

8 of X

voor een TRANSITIONAL constraint

 

 

 

 

 

 

 

 

Top Of Page TOP

 

Admin Pages
 Nederlands | English | Français